Marjoleinbekje
komt uit het geslacht Chaenorhinum (Kierleeuwenbek).
Chaenorhinum
betekent “open snuit”. Origanifolium betekent dat het blad lijkt
op dat van Marjolein. De plant komt oorspronkelijk uit het westelijk
Middellandse -Zeegebied. Het betreft hier een vrij zeldzame,
overblijvende, soms tweejarige plant.
Ik trof deze plant aan in de 11 novemberstraat.
Engels:
Malling Toadflax
Frans: Linaire à feuilles d'origan
Duits:
Zwerglöwenmäulchen
Marjoleinbekje: beschrijving
De plant groeit op zonnige en warme plaatsen zoals
oude kalkrijke muren, tussen straatstenen, kalkrotsen en
puinhellingen.
Marjoleinbekje langs de straatkant
De liggende tot opstijgende stengels zijn meestal
vertakt en bezet met klierachtige haren. De plant wordt 5-30 cm hoog.
De onderste bladen zijn elliptisch, de andere zijn lancetvormig. De
bladeren worden tot 2,2 cm lang.
Marjoleinbekje bloeit van juni
t/m november.
De bloemen zijn tweeslachtig en blauwachtig paars
van kleur. De bovenste lip van de bloem is tweelobbig en de onderste
drielobbig. Er zijn vier meeldraden en een bovenstandig
vruchtbeginsel.
Na de bloei vormt zich een bolvormige doosvrucht.
Toepassingen:
De
plant wordt vaak aangeplant in rotstuinen en als muurbegroeiing.
Bronnen:
https://wilde-planten.nl/marjoleinbekje.htm
https://www.stadsplanten.nl/2023/04/een-plant-met-een-lekker-bekkie/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten